De vakken taal en rekenen worden verder geoefend tijdens het oefenuur, dat na de eerste pauze plaatsvindt.
Een van de dingen, die de vrijeschool onderscheidt van andere schooltypen is het zogenaamde periode-onderwijs. Dit betekent, dat de eerste anderhalf uur van de dag, als de kinderen nog fris zijn, enkele weken lang steeds aan hetzelfde vak gewijd worden. Op deze manier wordt er een sterke verbinding met het vak gecreëerd. De vakken, die op deze wijze onderwezen worden, zijn: lezen, schrijven, Nederlandse taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, wiskunde, natuur-en scheikunde. De periodes kunnen 2, 3 of 4 weken duren en worden ingedeeld in een perioderooster dat aan het begin van het schooljaar door de leerkracht wordt gemaakt.