Taal, rekenen, spelling en lezen
Dagelijks staat er ongeveer een uur voor verwerking, inoefening en instructie van spelling en rekenen op het programma. Hiervoor gebruiken we als uitgangspunt de methode “Staal” voor spelling en “Alles Telt Q” voor rekenen. Er wordt per periode gekeken welke opdrachten en sommen de kinderen moeten maken. Zo kan het dus voorkomen dat er gedeelten van blokken overgeslagen worden omdat die beter passen bij een andere periode van onderwijs. Concreet voorbeeld: de sommen over klokkijken slaan we over, totdat we bij het periode-onderwijs met deze stof bezig zijn. Daarna zal dit wel aangeboden worden als verwerkingsstof om het te blijven inoefenen.
Voor lezen gebruiken we de methode Lijn 3. In klas 1 wordt hier dagelijks mee gewerkt en passen de leerkrachten de verwerking van de aangeleerde stof aan aan het vrijeschoolonderwijs. In de volgende klassen blijven we veel aandacht besteden aan het leren lezen en komt daar vanaf klas 3 ook het begrijpend lezen bij. Daarnaast wordt er in elke klas dagelijks voorgelezen.
Daarnaast komen taal, rekenen en heemkunde (wereldoriëntatie) ook in periodes aan bod, zie hiervoor het kopje “periode-onderwijs”.
Op de vrijeschool worden er kunstzinnige vakken gegeven, die vaak in de middag plaatsvinden. Ze worden ook wel gebruikt tijdens de periodelessen. Het zijn de zogeheten specifieke vrijeschoolvakken. Hieronder een overzicht: